Over het werk
De kroonluchters van Bellot zijn een mooi voorbeeld van art-decovormgeving, waarin nieuwe technologie (elektrisch licht in dit geval) ambachtelijk werd geïntegreerd in de architectuur van het gebouw.
De Benedictijner monnik-architect Dom Paul Bellot (1876-1944) werd in 1922 gevraagd een lokalenvleugel te ontwerpen als uitbreiding op het Augustinianum. Enkele weken voor de oplevering in 1924 kreeg hij ook de vraag een kapel en refter te verwezenlijken. Hij plaatste deze functies bovenop elkaar, een ongebruikelijke keuze. De verdeling in drie achter elkaar geplaatste gewelven, maakt het gebouw smal. Door de voorramen aan beide zijden valt er veel licht naar binnen. In ieder gewelfbouw hing hij een kroonluchter van gietijzer en glas. De ornamenten in de lamp zijn niet speciaal voor deze plek ontworpen, ze komen ook in andere kerken en kloosters van zijn hand voor. Deze kroonluchters zijn een mooi voorbeeld van art-decovormgeving, waarin nieuwe technologie (elektrisch licht in dit geval) ambachtelijk werd geïntegreerd in de architectuur van het gebouw.
Binnen de nieuwe functie van ceremoniehuis De Kapel is ervoor gekozen de gemetselde wanden zoveel mogelijk te ontzien en hier een moderne variant van de oude kroonluchters op te hangen; wie goed kijkt ziet de verwijzing naar de originele lampen van Bellot. De nog reeds bestaande kroonluchter uit 1925 is verhuisd naar de vide in Hotel Mariënhage, waar ook het Hoogaltaar uit De Paterskerk is ondergebracht.
Extra informatie
Titel: Kroonluchter van Bellot
Ontwerp: Dom Paul Bellot
Materiaal: gietijzer en glas
Jaartal: 1925
Locatie: vide Hotel Mariënhage
Titel: Lampen in De Kapel
Ontwerp: Marnix Kuling
Materiaal: led-verlichting
Jaartal: 2018
Locatie: ceremoniehuis De Kapel